WOII in 100 foto’s met Hannie Schaft

Door Ron Hoogenboom

Beelden zeggen vaak meer dan 1000 woorden. Om deze reden ondersteunden het vfonds en de Rijksoverheid het afgelopen jaar – 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog – een bijzonder fotoproject. Een selectie van unieke en beeldbepalende 100 foto’s zou de verschrikkelijke oorlog “zichtbaar en voorstelbaar” moeten maken. Daarbij hebben twee van de uiteindelijk uitgekozen foto’s een relatie met Hannie Schaft.

De tentoonstelling De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s laat zien “hoe de oorlog werd beleefd in Nederland, Nederlands-Indië, de Nederlandse Antillen en Suriname”. De indrukwekkende fotocollectie is samengesteld uit een keuze uit een groot aantal ingezonden foto’s. Iedereen – particulieren en musea – kon hiertoe foto’s inzenden. Door deze opzet zijn ook allerlei unieke foto’s ontdekt, die jarenlang op een zolder of in een kelderarchief lagen te verstoffen. Een jury van publiek en experts, onder leiding van Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib, kozen uit de inzendingen de honderd meest aansprekende foto’s.

Verliefd stelletje
Op een van de gekozen foto’s staan Hannie Schaft en haar medeverzetsstrijdster en vriendin Truus Oversteegen. Daarbij is Truus verkleed als man. Dat deed ze vaker als ze met Hannie op “verzetspad” ging, zodat ze zich bij onraad als verliefd stelletje konden voordoen. In haar tas heeft Truus hun beider pistolen. Hannie draagt een brilletje ter vermomming.
Op de foto staan beide verzetsstrijdsters in de ommuurde tuin (binnenplaats) van tandarts Groustra aan de Lakenkoperstraat 18 in Haarlem. Hier zat de maker van de foto, de student Harold van Welsenes, ondergedoken. Het was ergens in het najaar van 1944. Vlak daarvoor hadden beide dames een verzetsactie ondernomen, zo gaf Truus Menger-Oversteegen vele jaren na de oorlog aan.

Coördinatiefout bij “de Aanslag”
Een tweede foto uit de tentoonstelling heeft ook een relatie met Hannie Schaft en Truus Oversteegen. Deze foto is enkele honderden meters gemaakt van de hierboven genoemde  ommuurde tuin van tandarts Groustra. Deze foto toont de op de Haarlemse Westergracht neergeschoten ‘foute’ politieman Fake Krist. De NSB-er Krist spoorde als agent voor de Duitse Sicherheitsdienst (SD) fanatiek Joden, onderduikers en verzetsmensen op. Zo arresteerde Krist in 1944 in één nacht, met hulp van zijn medewerkers, 26 mensen. Doordat nog meer onderduikers en verzetslieden gevaar liepen gearresteerd te worden, besloot de Haarlemse verzetsleiding Krist uit te schakelen. Diverse pogingen, waarbij ook Hannie en Truus betrokken waren, mislukten. Bij een nieuwe poging, op 25 oktober 1944, slaagde het verzet wel. Scherpschutter Gommert Krijger, alias Zwarte Kees, voerde deze succesvolle aanslag met de hulp van Jan Overzet en Chris Treffers uit. Hannie en Truus kwamen naar eigen zeggen bijna tijdens de aanslag bij de Westergracht aan. Ook zij hadden de opdracht de foute politieagent Krist dood te schieten. Maar door een coördinatiefout bij het verzet kwamen er die dag twee teams in actie.

De gehele fototoonstelling De Tweede Wereldoorlog in honderd foto’s is online te zien op www.in100fotos.nl. Ook voor verdere informatie kunt u op deze website terecht.

Paul Elsinga houdt in 2011 de Hannie Schaftlezing

In memoriam Paul Elsinga

Tot ons grote verdriet, is zaterdag 5 juni ons erebestuurslid Paul Elsinga overleden.

Paul Elsinga was tien jaar toen Hannie Schaft bij zijn ouders onderdook. Pauls vader was een collega van de vader van Hannie Schaft. Tot aan haar arrestatie verbleef Hannie Schaft bij de familie Elsinga. Paul herinnerde zich de Haarlemse verzetsheldin nog goed. “Ze was altijd heel vriendelijk; ze was heel lief”.

De bevrijding op 5 mei 1945 was voor de familie Elsinga allerminst feestelijk. Hannie was zoek. Later bleek ze te zijn geëxecuteerd. Bovendien hadden Duitse soldaten Paul in zijn been geschoten. Hij heeft zijn verdere leven hiervan last gehad. Maar niet alleen fysiek, ook mentaal heeft de oorlog diepe indruk op Paul gemaakt.
Na de oorlog heeft Paul jarenlang als leraar Nederlands gewerkt. Al in de beginperiode van de Nationale Hannie Schaft Stichting was Paul op verzoek van Truus Menger-Oversteegen bestuurslid. Samen met de andere bestuursleden zetten zij zich in om het gedachtegoed van Hannie levend te houden.

Paul Elsinga houdt in 2011 de Hannie Schaftlezing

Tot 2012 heeft Paul zich actief voor de Stichting ingezet. Hij verzorgde vele malen het openingswoord tijdens herdenkingen. In 2012 riep hij expliciet op om niet alleen de gevallenen uit de oorlog te herdenken, maar ook aandacht te besteden aan de overlevenden van de oorlog. Vanaf 2012 was Paul erebestuurslid van de Stichting. Tot zijn dood was hij ook elk jaar bij de Herdenking aanwezig.

Het bestuur is vereerd dat Paul zich altijd zo heeft ingezet voor de Stichting. We zijn hem daarvoor zeer erkentelijk en dankbaar. Wij wensen zijn nabestaanden veel sterkte met verwerking van dit grote verlies.

Het bestuur

Stichting bestaat 25 jaar

Vandaag is voor ons een bijzondere dag. Truus en Freddie Oversteegen richtten precies 25 jaar geleden de stichting op. Zij besloten tot deze oprichting ter nagedachtenis aan hun medeverzetsstrijdster én hun vriendin Hannie om haar als persoon en als symbool van het (vrouwen)verzet te herdenken.

Omdat het moet. Dubbelinterview met Truus en Freddie Oversteegen

In het bestuur hebben verschillende belangrijke mensen uit het leven en verzetswerk van Hannie Schaft deelgenomen. In de eerste plaats Truus en Freddie zelf. Ook waren Hannie Menger (de dochter van Truus die vernoemd is naar Hannie Schaft), verzetsstrijders Coen en Jo Hamers uit het verzet uit IJmuiden en Paul Elsinga (nu ere-bestuurslid) actief in het bestuur. Bij Paul Elsinga hebben zowel Hannie als Truus enige tijd ondergedoken gezeten.

Inmiddels zijn de oprichters van de stichting helaas niet meer in ons midden. Toch is het gedachtegoed van Hannie Schaft vandaag de dag misschien wel relevanter dan ooit. Haar daden van toen als inspirerend voorbeeld en de relevantie daarvan voor onze huidige vrijheid. De vrijheid die we moeten koesteren, waarderen en beschermen.

Haarlemse verrader Jan van Bragt probeerde verzetsvrouw in de val te lokken

Schrijver Jan de Roos (1950) is historicus en publicist. Eind 2021 publiceert hij een boek over de Haarlemse-Heemsteedse NSB-familie Faber. Bij het bronnenonderzoek hiervoor stuitte hij op niet eerder geraadpleegde archiefstukken over de jacht van de SD’er Jan van Bragt op Hannie Schaft.
Dit verhaal verscheen in het Haarlems Dagblad op 17 april 2021.

De jacht op Hannie Schaft
Op 17 april 1945, drie weken voor de bevrijding van ons land, werd Hannie Schaft in de duinen bij Bloemendaal gefusilleerd. Ze was een paar weken eerder bij de Mauer-muur op de Jan Gijzenkade in Haarlem aangehouden bij een routinecontrole. De beruchte Sicherheitsdienst maakte al geruime tijd verbeten jacht op ‘het meisje met het rode haar’. Daarbij speelde de 20-jarige Haarlemse SD-handlanger Jan van Bragt een belangrijke rol, zo blijkt uit documenten die historicus Jan de Roos met hulp van verzamelaar-onderzoeker Johan Vet op het spoor kwam.

Bravoure
Na de oorlog stelde de Politieke Opsporingsdienst (POD) een groot onderzoek in naar de wandaden van NSB’ers, verraders en collaborateurs die werden opgepakt en berecht. Alleen al in Haarlem en omgeving werden vele honderden verdachten en getuigen verhoord. Onder hen ook de jonge automonteur Johannes Anthonius van Bragt. Telg uit een NSB-familie, zoon van een instrumentenmaker. ‘Jantje’ werd hij genoemd, want hij was klein van stuk. Maar bravoure had hij wel. Tijdens de oorlog reed hij op een motorfiets zonder nummerplaat. Meestal was hij in burger, soms in een Duits uniform. Hij had altijd een wapen bij zich. Mevrouw J. van den Brink-van Kleef, bij wie Van Bragt samen met twee Duitsers huiszoeking deed, omschreef hem als ‘een klein, jeugdig persoon, gekleed in een donkerblauwe regenjas, terwijl hij bewapend was met een geweer dat bijna nog groter was dan het kereltje zelf.’

Aan Jan van Bragt is nooit aandacht besteed in boeken over Hannie Schaft en de oorlog. Daarin wordt aangenomen dat de jacht op Hannie Schaft uitsluitend het werk was van de Amsterdamse SD. Maar dat is niet zo. Ook de Inlichtingendienst (ID) van de Haarlemse politie, een mini-Gestapo, deed haar best om Hannie te pakken te krijgen. Vanaf mei 1944 stond de ID onder leiding  van de beruchte politieagent Fake Krist, die in nauw contact stond met het SD-hoofdkwartier aan de Amsterdamse Euterpestraat.

De mini-Gestapo van de Haarlemse politie begin 1944. Jan van Bragt was toen nog niet in vaste dienst. Derde van rechts Fake Krist. Na de oorlog werd op het portret van Adolf Hitler ‘chauffeur’geschreven. Foto Nationaal Archief

Geniepig
Van Bragt maakte tijdens de oorlog jacht op Joden, onderduikers en verzetsmensen. Zijn talrijke arrestaties kenmerkten zich volgens een naoorlogs krantenbericht vrijwel zonder uitzondering door ‘een grote mate van geniepigheid.’

In 1944 krijgt de familie Schaft met hem te maken. Hannie is in de zomer van dat jaar ondergedoken na een aanslag die zij met haar verzetsvriend Jan Bonekamp heeft uitgevoerd op de Zaanse politiechef Willem Ragut. Kort daarvoor had zij in Heemstede samen met Bonekamp de banketbakker Pieter Faber neergeschoten.
Een week na de aanslag op Ragut doet de SD een inval in de woning van Hannie’s ouders in Haarlem. Hannie is er niet, haar vader Pieter Schaft en zijn vrouw Aafje Schaft-Vrijer worden opgepakt en als gijzelaars afgevoerd naar kamp Vught. De Duitsers hopen dat Hannie, die op wisselende onderduikadressen in Noord-Holland verblijft, zich zal melden om haar ouders vrij te krijgen, maar dat gebeurt niet. Na twee maanden worden Pieter en Aafje Schaft vrijgelaten.

De SD zet Jan van Bragt in om achter Hannie’s verblijfplaats te komen. Op een dag belt hij aan bij de buren van de familie Schaft, Johanna Verwers-Beck met haar man Reinier. Het 19-jarige dienstmeisje Jacoba van Nes doet open. Zij ziet meteen dat de bezoeker Jan van Bragt is. Jacoba woont namelijk vlak bij Van Bragt. En ze weet ook dat hij ‘fout’ is.

Geplakt haar
Van Bragt zegt dat hij een brief bij zich heeft voor de zus van Hannie Schaft. Het dienstmeisje loopt meteen naar mevrouw Verwers. Die heeft haar namelijk geïnstrueerd haar meteen te waarschuwen als er iemand aan de deur komt die naar Hannie Schaft informeert. Johanna Verwers: ‘Ik stond tegenover een jongeman van omstreeks 19 à 20 jaar oud. Hij droeg zijn haar geplakt met een mooi golfje erin. Hij zei tegen mij van de illegale organisatie Vrij Nederland te zijn. Juist omdat hij dit zo openlijk mededeelde, wantrouwde ik hem’. Johanna is extra op haar hoede omdat er eerder ook al een Haarlemse rechercheur bij haar naar Hannie heeft geïnformeerd.

De jongeman zegt dat hij met de fiets van Amsterdam naar Haarlem is gekomen om een brief voor Hannie af te geven. Op de envelop die hij haar laat zien, staat ‘Mej. A. Schaft’. Maar dat is Annie, de oudere zus van Hannie, die al in 1927 is overleden. Iedereen in de familie weet dat, dus nu is mevrouw Verwers extra op haar hoede.

Van Bragt zegt dat hij al geprobeerd heeft de brief bij de familie Schaft zelf af te geven, maar daar was niemand thuis. De bezoeker is moe van de fietstocht. Johanna biedt hem een kop koffie aan en een luxebroodje ‘daar de bakker juist aan de deur kwam’. Ze praten een tijdlang met elkaar, waarbij Van Bragt ‘nog enkele moppen over de moffen vertelde’.

Tante van Hannie
Johanna vertelt Van Bragt dat ze de brief niet wil aannemen omdat ze geen contact met Hannie heeft. Ze verwijst hem naar Maria Dik-Vrijer, een tante van Hannie. Mevrouw Verwers weet dat de familie Dik op dat moment op vakantie is en neemt zich voor hen na terugkomst te waarschuwen. Johanna heeft Van Bragt in burgerkleding door de straat zien rijden. Ze herkent hem direct als een rechercheur haar na de oorlog een foto van de jonge Haarlemmer laat zien.

Gewaarschuwd
Als Maria Dik-Vrijer terug is van vakantie, komt Van Bragt ook bij haar aan de deur. Zij is dan al door mevrouw Verwers gewaarschuwd. Van Bragt noemt zijn naam niet. ‘Hij vertelde mij, dat hij een kennis was van de familie Schaft en dat hij het contact met deze familie kwijtgeraakt was en nu weer opnieuw, speciaal met hun dochter, in contact wilde treden.’ Jan van Bragt laat opnieuw de envelop met de naam ‘Mej. A. Schaft’ zien. Maria zegt dat ze niets voor hem kan betekenen omdat ze haar nichtje al maanden niet heeft gezien. Dat het zusje van Hannie al zeventien jaar dood is, vertelt ze hem niet ‘omdat het mij juister leek, dat hij maar moest blijven zoeken naar mej. A. Schaft, dan wist ieder die een beetje de familieverhoudingen van Hannie Schaft kende, dat het met deze jongeman fout zat’.

Moed opgegeven
Blijkbaar geeft Jan van Bragt hierna de moed op om Hannie Schaft te vinden. Erg snugger zijn die acties ook niet. In een naoorlogs verhoor verklaart hij zich niet meer te herinneren hoe hij aan het adres van mevrouw Verwers was gekomen. ‘Ik weet wel, dat ik geen goede introductie gehad moet hebben, anders had ik wel succes gehad en nu ving ik bot. Ik ben bij die mevrouw nog binnen geweest, heb met die dame in de voorkamer gezeten en van haar zelfs nog koffie gehad. Hierna ben ik weggegaan, zonder enig resultaat te boeken.’

En dan komt ‘Jantje’ van Bragt met een totaal ongeloofwaardig verhaal: ‘Ik ontken dat ik daar [bij mevrouw Verwers] gevraagd zou hebben naar Hannie Schaft of een zuster van haar, want als ik naar Hannie Schaft had moeten zoeken had ik haar wel gevonden.’ Hij ontkent ook bij Hannie’s tante te zijn geweest. Jan van Bragt speelt hier de vermoorde onschuld, zoals wel vaker. In werkelijkheid zijn velen het slachtoffer geworden van zijn judasmethoden.

Spionage
Jan van Bragt is een niet bijster intelligente jongen. Op de ambachtsschool maakt hij zijn opleiding tot automonteur niet af. Hij gaat werken bij een hondenkennel en daarna bij een meubelfabriek. Als 17-jarige treedt hij in 1941 in dienst van de Abwehrstelle Niederlande, een spionagedienst van de Duitsers die onderzoek doet naar illegale werkers en communisten. Voor 20 gulden per week speurt Jan onder de schuilnaam Pierre naar geheime zenders in Amsterdam en Driebergen en schaduwt hij mensen. Begin 1942 gaat hij voor Lufthansa werken op het vliegveld van Travemünde aan de Duitse Oostzee.

Werken voor Fake Krist
In 1943 keert Van Bragt terug naar Haarlem. Af en toe doet hij tegen betaling werk voor de Inlichtingendienst van de Haarlemse politie. Blijkbaar bevalt dat, want zomer 1944 treedt hij daar op voorspraak van Fake Krist in vaste dienst als onderwachtmeester. Van Bragt komt op die manier ook in aanraking met drie Amsterdamse SD’ers: de Duitsers Emil Rühl en Friedrich Viebahn en Maarten Kuiper – de Nederlandse politieman die drie weken voor de bevrijding Hannie Schaft zou doodschieten. ‘Jantje’ verzamelt voor de SD ijverig informatie over communistische activiteiten in Haarlem en omgeving en verricht huiszoekingen en arrestaties. Zijn directe opdrachtgever is Fake Krist, inmiddels chef van de Haarlemse Inlichtingendienst. 

Op geniepige wijze lokt Van Bragt tal van mensen in de val. Ten minste drie van hen vinden de dood: de Heemsteedse communist Rinus Hoebeke, de ondergedoken Joodse student Hans Maurits van Messel uit Amsterdam en de Haarlemse onderduiker Jacob de Jong. Ook is Van Bragt betrokken bij zoekacties naar onderduikers op de boerderij van Hannes Boogaard in de Haarlemmermeer. Bij een overval waaraan honderden leden van de Ordnungspolizei, de SD en Nederlandse politiemannen deelnamen, werden daar op 6 oktober 1943 34 volwassen onderduikers opgepakt en weggevoerd. Geen van hen overleefde de oorlog; 22 kinderen konden met hulp van de familie Boogaard op het nippertje vluchten. Hannes zelf (79) kwam in Sachsenhausen om het leven, zijn zoon Piet overleed in kamp Vught door ontberingen.

Onderduikers bij de familie Boogaard in de Haarlemmermeer. Foto Noord-Hollands Archief

Ook vriendin Rietje ingeschakeld
Jan van Bragt schuwt geen middel om Joden en onderduikers in handen te krijgen. Zelfs schakelt hij zijn vriendin in voor zijn verraderswerk, ook buiten Haarlem. Het is de nog maar 15-jarige Haarlemse Rietje van Beek. Zij moet voor de vier jaar oudere Van Bragt in Voorhout bij de familie Bons aanbellen en vragen of ze soms nog bonnen voor onderduikers nodig hebben. Het antwoord is nee, maar twaalf dagen later doet de SD toch een inval in de woning. Daar wordt de ondergedoken Joodse familie Ritterband het slachtoffer van. Het vier leden tellende gezin wordt naar Auschwitz gedeporteerd en daar vermoord.

In Haarlem worden door toedoen van Rietje drie leden van de familie Meij gearresteerd wegens illegaal werk. Ze worden bijna drie maanden opgesloten. Als haar moeder hoort wat Rietje heeft gedaan, wordt ze zó kwaad dat ze haar met een schoen op het hoofd slaat. Rietje zal na de oorlog één jaar gevangenisstraf krijgen, waarvan negen maanden voorwaardelijk. 

De Heemsteedse communist Rinus Hoebeke, een van de slachtoffers van Van Bragt. Foto Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis

Opgepakt en berecht
Op 25 oktober 1944 schiet verzetsman Gommert Krijger alias ‘Zwarte Kees’ Fake Krist dood op de Westergracht in Haarlem, vlak bij de Koepelkathedraal. Jan van Bragt vreest dat hij ook zal worden geliquideerd. De ondergrondse heeft hem in het vizier. Zijn naam komt voor op een lijst van ‘Gestapo-agenten, provocateurs en andere verraders uit Haarlem en omgeving’ van november 1944.

Van Bragt duikt onder bij kapper Ferdinand van Zalen, een NSB’er. Na een paar weken wordt hij gearresteerd door de Feldgendarmerie. Van Bragt revancheert zich door zich aan te melden voor de Waffen-SS. Hij krijgt in het oosten van het land een opleiding. Na de bevrijding keert hij terug naar Haarlem, waar hij opnieuw wil onderduiken bij kapper Van Zalen. Maar die wijst hem dit keer de deur. Op 14 mei 1945 wordt Jan van Bragt opgepakt door de Binnenlandse Strijdkrachten en gedetineerd in de Harskamp op de Veluwe.

Bij zijn berechting in 1948 wordt de inmiddels 24-jarige Van Bragt van alles ten laste gelegd, maar niet zijn jacht op Hannie Schaft. Het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam veroordeelt hem tot vijftien jaar straf in een Rijkswerkinrichting. Van Bragt wordt tewerkgesteld in de Limburgse mijnen. Later zit hij nog een tijd gevangen in het Drentse Norg. Vanaf 1954 is Van Bragt weer een vrij man. Hij gaat werken bij de Hoogovens en als kraanmachinist. Jan van Bragt is in 1990 in Haarlem op 66-jarige leeftijd overleden. Aan zijn kinderen vertelde hij niets over zijn oorlogsverleden. Hij volstond met de mededeling dat hij ‘parachutist’ was geweest.
—-
Van Jan de Roos is op 17 april een nieuw boek verschenen. het boek Haarlemse drukkers in verzet, over Joop en zijn zoon Ad Hoogendoorn. Dit boek, uitgegeven door Uitgeverij Loutje, is vanaf 23 april 2021 in de boekhandel te koop.

Kennismaken met Jettie Nijenhuis

Jettie Nijenhuis is ons nieuw bestuurslid communicatie en we stellen haar graag aan je voor.

Jettie Nijenhuis is sinds kort gestart als nieuw bestuurslid communicatie. “Zo’n tien jaar geleden vond ik het boek Het meisje met het rode haar in de boekenkast van mijn oma. Sindsdien ben ik ontzettend geboeid door de persoon Hannie Schaft”, aldus Jettie. Ze woont sinds 1,5 jaar in Haarlem, de stad waar Hannie geboren werd en vanuit waar ze haar verzetswerk deed. De afgelopen 10 jaar werkte Jettie als marketing-/communicatieprofessional in de culturele sector. Ze kijkt ernaar uit om vanuit haar vakkennis bij te dragen aan de mooie en relevante doelstellingen van de Nationale Hannie Schaft Stichting. 

Jeugdfoto’s Hannie

Normaal gesproken houden we op 17 april, de sterfdag van Hannie Schaft, de Hannie’s KinderKenau. Dit is een middag in het Kenaupark in Haarlem waarin we met kinderen stilstaan bij het leven van Hannie. Dit jaar kan het vanwege alle coronamaatregelen helaas niet doorgaan. Wat we wel kunnen is genieten van de mooie jeugdfoto’s uit een baby- en kinderfotoalbum van een familielid dat vorig jaar is opgedoken. In de link zit een mooie reportage over hoe dit album is gevonden.

Speech Jeroen Pliester

Tijdens de viering van 100 jaar Hannie Schaft zette Jeroen Pliester, de voorzitter van de stichting, de viering in een hedendaags perspectief:

“De wensen en verlangens van een jonge vrouw van lang geleden, zijn niet zo veel anders dan die van vrouwen, mannen en jongeren van nu. De meeste mensen willen het goede doen en er staan als het nodig is. Daarbij helpt het zeker dat – steeds opnieuw – er mensen zijn die het goede voorbeeld geven. In iedereen schuilt wel een Hannie.”

De viering van 100 jaar Hannie Schaft werd mede mogelijk gemaakt door: Provincie Noord-Holland, Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Holland, Gemeente Haarlem, Gemeente Bloemendaal en door de J.C. Ruigrok Stichting.

Terugkijken viering: 100 jaar Hannie Schaft – pal voor de vrijheid

29 november 2020

Zondag 29 november jl. vierden we in de Grote of St.-Bavokerk in Haarlem dat de verzetsstrijder Hannie Schaft 100 jaar geleden is geboren. Er werd teruggeblikt op persoonlijke elementen uit haar leven, haar drijfveren en haar betekenis en relevantie anno nu. Vicepremier Kajsa Ollongren sprak daarbij de Hannie Schaftlezing, ‘de grijstinten van de vrede’ uit.
Optredens waren er van zangeres Wyke van Weelden, het Haarlems Kinderkoor, het Kennemer Jeugdorkest en Dekoor Close Harmony.

De gehele viering is in een, met extra beelden verrijkte, gemonteerde versie hier terug te kijken.

Studenten Filmacademie raakten geïnspireerd door Hannie

Eredaad is een korte fictiefilm geïnspireerd op een belangrijk moment in het leven van Hannie Schaft, namelijk vlak voordat zij haar eerste gewapende aanslag zal plegen.

Ayla van Kessel, die voor de stichting mooie statements opneemt van mensen die geïnspireerd zijn door het gedachtengoed van verzetsvrouw Hannie Schaft, bracht dit voorjaar haar korte film Eredaad uit. Ze heeft deze film gemaakt tijdens haar studie aan de Filmacademie, samen met producent Thomas Spiekhout en cinematograaf Jan Koks. De rol van Hannie Schaft wordt gespeeld door actrice Kris Hutten en Jan Bonekamp wordt vertolkt door acteur Jurriën Remkes. Het is een eerbetoon aan de vrouw die Ayla bewondert om haar strijdvaardigheid.

Haarlem, 1943. De 23-jarige Hannie Schaft wil haar eerste aanslag plegen als lid van het gewapend verzet. Mede-verzetsstrijder Jan Bonekamp probeert haar op andere gedachten te brengen. Hij weet wat het is om te doden en hoe het een mens kan veranderen. Geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van Hannie Schaft.

In een interview voor NH Nieuws vertelde ze; “Wat ik zo bijzonder vind aan Hannie, is dat ze zo’n levendige jonge meid was. Ze was grappig, vrolijk en tegelijkertijd in staat om op zo’n jonge leeftijd al heel belangrijke beslissingen te nemen.” Het hele interview voor NH Nieuws is hier terug te lezen.

Bekijk hier haar film Eredaad

Nationale Hannie Schaft Stichting

Deze website kwam tot stand met steun van Het Cultuur Fonds

© 2024, Nationale Hannie Schaft Stichting. Alle rechten voorbehouden.
Sitemap   |   Disclaimer   |   Cookies   |   website: Sbd design