Interview George ten Hoope

Interview met George ten Hoope, beheerder Eerebegraafplaats Bloemendaal                                      

door Mieke Benda en Ron Hogenboom[1]

“Je kan de man wel weghalen bij de begraafplaats, maar de begraafplaats niet uit de man”

Zo sluit de beheerder van de Eerebegraafplaats in Bloemendaal George ten Hoope al parafraserend zijn loopbaan na 29 jaar af. Hij begint met zijn vrouw Anneke een nieuw leven in Limmen. Hoewel Ten Hoope “pas” in 1991 begon als beheerder van de Eerebegraafplaats, was deze bijzondere plek voor hem bekend terrein. In feite trad hij in de voetsporen van zijn vader. Die was tot 1971 beheerder geweest. Zo kwam het dat ten Hoope in 1950 werd geboren bij de Eerebegraafplaats.

Kader – Achtergrond Hannie Schafts graf op Eerebegraafplaats
Op de ingetogen en tegelijkertijd indrukwekkende Eerebegraafplaats in Overveen, gemeente Bloemendaal, liggen 372 Nederlandse verzetsstrijders begraven[2]. Een daarvan, de enige vrouw, is Hannie Schaft. Zij werd op 27 november 1945 op deze bijzondere locatie herbegraven. De herbegrafenis vond destijds plaats in aanwezigheid van Koningin Wilhelmina, kroonprinses Juliana, prins Bernard en minister-president Schermerhorn[3]. Eerder dat jaar, op 17 april, werd het “meisje met het rode haar” in diezelfde Bloemendaalse duinen gefusilleerd. Dat was een kleine twee kilometer van haar laatste rustplaats. De Nederlandse SD-er Maarten Kuiper doodde haar met zijn machinepistool, waarna ze ter plekke in een kuil werd begraven. Met haar leven bracht Hannie Schaft, zoals honderden andere verzetsstrijders, het zwaarste offer voor onze vrijheid. Op elke laatste zondag van november vindt op de Eerebegraafplaats een kranslegging plaats bij het graf van Hannie Schaft.

Het gezin waarin hij ter wereld kwam, was enkele jaren eerder vanuit de Lourens Kosterstraat in Haarlem, verhuisd naar de dienstwoning bij de Eerebegraafplaats.

Zijn vader had de aanleg van de Eerebegraafplaats begeleid. Met restmaterialen bouwde de aannemer tegelijkertijd een dienstwoning voor de aan te stellen beheerder. Dat T ten Hoope senior dit zou worden, lag eigenlijk voor de hand. Hij was enerzijds al lang actief in de uitvaartbranche. Anderzijds was hij nauw betrokken bij het verzet (zie kader). In die hoedanigheid hielp hij mee bij alle 422 opgravingen van gefusilleerde verzetsstrijders in de Bloemendaalse duinen[4]. Op de beelden die Pinkeltje-auteur en amateurfilmer Dick Laan hierbij schoot, is Ten Hoope sr. te zien. Daarbij wordt het de kijker direct duidelijk dat deze opgravingen, die in de periode van vlak na de bevrijding tot in augustus 1945 plaatsvonden, een mentaal bijzonder aangrijpende aangelegenheid moeten zijn geweest. Ten Hoope sr. is hierdoor voor de rest van zijn leven getekend, zo geeft zijn zoon aan. Het leidde ook tot een breuk tussen zijn vader en moeder.

Kader – Ten Hoope sr. verrichtte werk voor het verzet
Ten Hoope sr. had in de oorlog een eigen bootdienst voor het vervoer van vee. Tegelijkertijd was hij koetsier bij de Haarlemse firma Feije voor trouwerijen en begrafenissen[5]. Het was dan ook begrijpelijk dat het verzet hem benaderde. En met succes; Ten Hoope hield zich al snel bezig met het illegaal vervoeren van onderduikers, wapens en munitie. Twee keer werd hij daarbij opgepakt. En beide keren wist hij te ontsnappen. De eerste keer was bij de sluis in Nauerna in de Zaanstreek. Aldaar wachtten de Duitsers zijn boot in de winterkou op; ze wisten van zijn komst. De sluiswachter voerde de Duitse officieren tijdens de ondervraging van Ten Hoope in het kantoortje bij de sluis echter dronken. Toen ze in slaap waren gesukkeld, kon hij ontsnappen. De tweede keer werd Ten Hoope met zijn boot in de sluis van Spaarndam gesnapt. Hij zou naar het SD-kantoor aan het Kenaupark in Haarlem voor ondervraging worden gebracht. Dat betekende weinig goeds. Ten Hoope wist de Duitse officieren echter te overmeesteren, waarbij hij zich genoodzaakt zag beiden met hun eigen wapen te doodden. Daarna is hij ondergedoken.

Gestolen grafsteen
Een van de verzetsstrijders die Ten Hoope sr. heeft opgegraven en daarna herbegroef, was Hannie Schaft. Zij werd volgens Ten Hoope op vrijdag 1 juni 1945 op aanwijzingen van SD-er Kuiper gevonden in haar circa 60 centimeter diepe graf. De patholoog-anatoom stelde vervolgens vast dat ze met twee kogels in haar hoofd om het leven was gebracht. Ten Hoope jr. vermoedt dat het lichaam van Hannie Schaft naar de opgraving tijdelijk naar de begraafplaats aan de Kleverlaan is gebracht[6]. Bijna een half jaar later is ze op 27 november 1945 op de Eerebegraafplaats herbegraven. De steen die daarna op haar graf werd geplaatst, is overigens in de jaren ’80 gestolen, zo meldt Ten Hoope. Deze is later op het strand weer teruggevonden. Toen lag op het graf echter inmiddels een nieuwe steen, die de firma Swaalf uit Haarlem had gemaakt. Ten Hoope heeft geen idee waar de originele steen is gebleven. Deze is nooit teruggeplaatst (mogelijk was deze beschadigd).

Bijzondere bezoekers
Ten Hoope bracht in zijn jeugd veel tijd met zijn vader door tijdens diens werkzaamheden op en rond de Eerebegraafplaats. Op deze manier kwam hij bijzonder veel te weten. Tevens ontmoette hij vaak familieleden, vrienden en oud-medeverzetsstrijders die de graven kwamen bezoeken. Zo heeft Ten Hoope als kind de ouders van Hannie Schaft ontmoet[7]. Het waren volgens hem gebroken mensen door het grote verlies van hun twee geliefde dochters. In de zeventiger jaren zijn ze kinderloos gestorven. Ook de langjarige minister Joseph Luns van Buitenlandse Zaken, oud-schrijver en columnist Godfried Bomans en cabaretier Toon Hermans kwamen vaak langs, op de Eerebegraafplaats en ook bij de familie Ten Hoope thuis. Dat deze bezoeken niet tot een enkele keer beperkt bleven, blijkt wel uit het feit dat Hermans’ biograaf bij Ten Hoope langs is geweest om achtergrondinformatie over deze bezoeken te vergaren. Meer recent zijn de spelers van de in Valkenburg draaiende musical Soldaat van Oranje in Overveen langs geweest. Dit was tijdens de opnames voor de RTL-serie Ereveld Vol Leven. Een aantal jonge crewleden kreeg het daarbij emotioneel te kwaad, toen zij de vele graven van de vaak jong gestorven verzetsstrijders zagen. Zelf beleefde Ten Hoope zo’n moment bij de opnames voor de documentaire over de eveneens in Bloemendaal begraven verzetsheld Johannes Post. (Deze Documentaire wordt op 29 april 2019 bij het programma 2Doc om 21.00 uur uitgezonden). Ten Hoope speelde een van de verzetsstrijders die in de duinen zou worden geëxecuteerd. De spanning liep daarbij hoog op toen hij samen met anderen in een kuil wachtte op de naderende dood.

Van vechtpak tot smoking
Formeel is Ten Hoope voor 12 uur per week als beheerder in dienst van de Stichting ’40-’45. Feitelijk liggen de kaarten anders. Het zijn van beheerder betekent in de praktijk volgens Ten Hoope dat je het gehele jaar door 24/7 dienst hebt. Hij opent elke dag ’s morgens het toegangshek dat hij de avond ervoor heeft gesloten en hijst dagelijks de Nederlandse driekleur. Verder zorgt Ten Hoope voor orde en veiligheid op de Eerebegraafplaats. Want hoewel in het algemeen de meesten deze plaats met respect benaderen, heeft hij in de afgelopen decennia helaas soms minder fraaie zaken meegemaakt. Denk aan drugs dealen, vandalisme en afvaldumping. Ook is hij ‘gastheer’ voor de vele bezoekers. De drukst bezochte herdenking is die op 4 mei. Elk jaar trekt de Nationale Dodenherdenking zo’n 5.000 deelnemers naar Bloemendaal. Tevens ontvangt Ten Hoope in de weken voor en na de Dodenherdenking leerlingen van groep 8 van in totaal 36 scholen uit de regio. Hetzelfde geldt voor zijn ‘optreden’ bij afzonderlijke herdenkingen, zoals de jaarlijkse zo geheten Parool-herdenking op 5 februari. Ook bij de kranslegging in het laatste weekend van november op het graf van Hannie Schaft zorgt Ten Hoope elk jaar voor de plechtige omlijsting. Van deze herdenking, die sinds 1982 plaatsvindt, kende Ten Hoope de gezusters en medeverzetsstrijders en vriendinnen van Hannie Schaft: Freddie Dekker-Oversteegen en Truus Menger-Oversteegen. Hoewel hij hen in de loop der jaren ouder heeft zien worden, bleven ze tot hun dood van binnen nog steeds strijdbaar en taai van geest. Ze zeiden vrijwel ook altijd tegen hem “zo jongen, zorg je goed voor haar!”.

Moeilijker het “verhaal” over te dragen
Tijdens de rondleidingen die hij aan scholieren geeft, spreekt Ten Hoope meestal de hoop uit dat over 100 jaar de Eerebegraafplaats er nog zo bijligt als vandaag. En dat Nederlanders op 4 mei nog steeds de doden uit de Tweede Wereldoorlog herdenken. Op de vervolgens vrijwel altijd volgende vraag van kinderen over het waarom, is Ten Hoope helder. Dat zou namelijk betekenen dat de Tweede Wereldoorlog de laatste oorlog op Nederlandse bodem is geweest. Dat we sindsdien vrede in West-Europa kennen.
Tegelijkertijd vindt Ten Hoope het tegenwoordig lastiger geworden het ‘verhaal’ over de oorlog over te brengen op jonge generaties. Het is moeilijk bij huidige scholieren ‘binnen te komen’, het voor hen invoelbaar te maken. De oorlog is voor hen zo lang geleden. De eerste generatie is bijna uitgestorven, waardoor scholieren geen familielid meer hebben die hen het verhaal kan vertellen. Positief is daarom volgens Ten Hoope dat bijvoorbeeld het Verzetsmuseum in Amsterdam een junior-afdeling heeft ingericht. Zulke initiatieven zijn nodig om effectief de ‘boodschap’ over te dragen. Want datgene wat in de wereld gebeurt, stemt Ten Hoope niet altijd positief. Als hij nadenkt over waar ‘we’ over 10 of 20 jaar zouden kunnen staan, baart dat hem geregeld zorgen. Er is veel haat en nijd, de cohesie in het Westen wordt minder, terwijl de onderlinge strijd juist toeneemt. Zij wordt ook op een grove manier veelal uitgesproken.

Dubbel afscheid
2019 wordt voor Ten Hoope en zijn vrouw Anneke een dubbel afscheid. Ze vertrekken namelijk ook uit Ten Hoopes geboortehuis, dat tegelijkertijd de dienstwoning op de Eerebegraafplaats aan de Zeeweg is. Eind dit jaar verhuizen ze naar het Noord-Hollandse Limmen*. Dit 7.000 inwoners tellende dorp, een van de oudste van de provincie, is eveneens een Zeeweg rijk. Wie Ten Hoope zal opvolgen, is nog onbekend. Onbekend is eveneens of Ten Hoope iets gaat doen met de schat aan informatie die hij meedraagt. Want dat werd ons tijdens het gesprek wel duidelijk. Sommigen hebben hem al de suggestie gegeven een boek te schrijven. Hij sluit dit niet uit. Gelukkig maar. Want het zou immers zonde zijn als zijn kennis verloren zou gaan.


[1] Beiden zijn bestuurslid van Nationale Hannie Schaft de Stichting, https://hannieschaft.nl/stichting/.

[2] Op in totaal 45 locaties in de duinen zijn 422 slachtoffers gevonden. Van hen zijn 372 herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal; de overige verzetsstrijders zijn bijgezet in een familiegraf of zijn herbegraven in de gemeente van herkomst (bron: Wikipedia, 2019).

[3] Daarbij stonden vanaf de Grote of Sint-Bavo Kerk aan de Grote Markt in Haarlem tot aan de Eerebegraafplaats aaneengesloten rijen van mensen om haar de laatste eer te bewijzen.

[4] In de eerste oorlogsjaren werden de omgebrachte verzetslieden vaak nog gecremeerd in o.a. Driehuis-Westerveld. Toen fossiele brandstoffen in de loop van de oorlog schaarser werden, begonnen de Duitsers met het begraven van gefusilleerde verzetsstrijders in de duinen.

[5] Ten Hoopes moeder had een eigen manufacturenwinkel in de Haarlemse Lourens Kostersstraat (de familie woonde boven deze winkel). Hun buurman was NSB-lid. Deze hoorde Ten Hoopes moeder geregeld en zonder twijfel tot zijn grote genoegen de melodie van “Deutschland, Deutschland über alles” op haar piano spelen. Dat de familie Ten Hoope daarbij “Deutschland, Deutschland, unter alles” zong, hoorde hij echter niet.

[6] Haar vader identificeerde haar volgens Ten Hoope op 20 juli 1945 als zijn dochter Jannetje Johanna Schaft. Hiermee had hij ook zijn tweede dochter verloren. Hannies oudere en enige zus was voor de oorlog aan difterie gestorven.

[7] Hannie Schafts ouders woonden in Haarlem. Na de lagere school ging ze naar de HBS aan het Santpoorterplein, vlak bij het huis van haar ouders in de van Dortstraat nr. 60 in Haarlem. Toen ze 18 jaar was ging ze rechten studeren aan de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. In juli 1940 legde zij het kandidaatsexamen af. Zij was in die tijd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereniging (AVSV). In 1940 was ze betrokken bij de oprichting van het nieuwe dispuut genaamd GEMMA. Ze weigerde echter in het voorjaar van 1943 de loyaliteitsverklaring te tekenen, omdat ze moest verklaren dat ze geen handelingen zou verrichten tegen het Duitse leger. Om die reden was ze gedwongen haar studie af te breken.

Foto’s: Familie Ten Hoope

Nationale Hannie Schaft Stichting

Deze website kwam tot stand met steun van het Prins Bernhard Cultuur Fonds

© 2024, Nationale Hannie Schaft Stichting. Alle rechten voorbehouden.
Sitemap   |   Disclaimer   |   Cookies   |   website: Sbd design