Toen ik in 1980 de rol van Hannie Schaft aangeboden kreeg, in de verfilming van “Het Meisje met het Rode haar”, een gelijknamig boek geschreven door Theun de Vries, ben ik me, ter voorbereiding, gaan verdiepen in de mens achter de naam Hannie Schaft. Door veel over haar te lezen, me te verdiepen in wat een oorlogssituatie met mensen doet, door te zoeken naar haar drijfveren en door te praten met mensen die haar gekend hebben, probeerde ik mijn personage te doorgronden.
In de ogen van velen was Hannie Schaft een Heldin, maar een Heldin kan je niet spelen, dat is voor een acteur te abstract. Om te kunnen begrijpen wat iemand drijft, moet je ook op zoek naar de persoonlijke redenen om te handelen. Bij Hannie was dat, naast een zeer sterk gevoel van rechtvaardigheid, ook een strijd met zichzelf. Als verlegen introverte Rechtenstudente, werd ze, door de situatie, gedwongen om uit haar isolement te komen. Haar Joodse vriendinnen liepen gevaar, en binnen Het Verzet, kon ze daadwerkelijk actie ondernemen om daarmee, zo veel mogelijk, Joodse mensen te kunnen beschermen tegen de Nazi’s.
Het succes van de acties maakte dat ze steeds meer bereid was risico’s te nemen en zelfs gewapende opdrachten ging uitvoeren. Voor vrouwen in die tijd was dit niet voor de hand liggend. Nadat haar geliefde, Jan Bonekamp, die ze had leren kennen in Het Verzet, bij een liquidatieopdracht omkomt en haar ouders worden opgepakt, wordt haar strijd meer en meer gedreven door woede en pijn. Vol overgave strijdt ze haar strijd, totdat ze zelf, 2 weken voor de bevrijding, wordt geliquideerd door de Duitsers.
Ik heb nog altijd hele dierbare herinneringen aan het werken aan deze film en vond het een eer om deze bijzondere en moedige vrouw, met mijn vertolking, de aandacht te geven die ze verdiende.
Racisme, het discrimineren vanwege geloof, kleur, gender of afkomst, is jammer genoeg, nog steeds actueel. Ik hoop oprecht dat “de strijd voor Vrijheid”, die Hannie Schaft voerde, een inspiratie kan zijn voor iedereen die zich in wil zetten tegen dit onrecht!
(foto: Caro Lenssen)