‘Het is niet mijn bedoeling om u in de put te praten, maar ik denk wel dat we een probleem hebben. Het probleem is dat de Tweede Wereldoorlog voor mijn generatie en de generaties na mij niet meer dan een geschiedenisles is. Een dramatische geschiedenisles, dat wel.’
Hannie Schaft-lezing 2013
Door Ingrid van der Chijs
Haarlem
Tot voor kort speelde de Tweede Wereldoorlog geen enkele rol in mijn leven. Ik ben 35. Mijn ouders zijn geboren in 1944 en 1946 en herinneren zich niets van de oorlog. Hun ouders waren tijdens de oorlog zo goed en zo kwaad als het ging doorgegaan met hun dagelijks leven en eenmaal ongeschonden uit de oorlog werd er vooral vooruit gekeken. Ik herinner me niet dat er bij mij thuis ooit over de oorlog werd gepraat. Ik leerde over de Tweede Wereldoorlog op de lagere school, ergens na de piramides en de Middeleeuwen en voor de Koude Oorlog. De lessen over de oorlog maakten wel indruk, maar aan het eind van de dag klapte ik het geschiedenisboek dicht en dacht ik er nauwelijks meer over na.
Natuurlijk dacht ik er nauwelijks over na, ik had in die tijd andere zorgen aan mijn hoofd. Mijn kleding bijvoorbeeld. Toen ik een jaar of tien was kwam er een klasgenoot naar me toe en vroeg waarom ik geen spijkerjasje droeg. Ik keek om me heen en ontdekte tot mijn schrik dat ik als enige van de klas geen spijkerjasje aan had. Op dat moment voelde ik me voor het eerst een buitenbeentje. Ik ben een typisch product van mijn generatie. Ik behoor nog net tot de generatie X, ook wel de ‘achterbankgeneratie’ genoemd, omdat wij door onze ouders overal naartoe konden worden gebracht dankzij de auto. Kort na mij komt de generatie van de ‘Millennials’ ofwel de generatie Y. Deze generatie wordt ook wel ‘Generation Me’ genoemd. Jongeren die vooral naar zichzelf kijken en denken dat de wereld om hen draait. Een generatie die het altijd allemaal is komen aanwaaien en geen echte problemen kent. Honger krijgen ze hoogstens van de te kleine hamburgers bij McDonald’s, angst hebben ze als ze een rapport thuis moet laten zien en bij onrecht denken ze aan die keer dat ze niet werden uitgenodigd voor een verjaardagsfeestje.
Hannie Schaft was 22 toen ze werd geconfronteerd met onrecht. Haar vriendinnen Sonja en Philine werden gedwongen om een Davidster te dragen. Hannie vond dat oneerlijk en stal nieuwe persoonsbewijzen voor de meisjes. Daarna raakte ze steeds verder betrokken bij het verzet. De hoofdpersonen van mijn boek ‘Luchtmeisjes’, dat vorig jaar verscheen, zijn ook twintigers als de oorlog uitbreekt en ze een keuze maken die de rest van hun leven zou bepalen. Trix Terwindt en Hilda Bongertman behoorden halverwege de jaren dertig tot de eerste stewardessen van KLM. De luchtvaartmaatschapij nam pas vanaf 1935 stewardessen aan, omdat vliegen te gevaarlijk werd gevonden voor vrouwen. Hilda Bongertman schreef een brief aan KLM, waarin ze smeekte het toch te mogen proberen en was de eerste stewardess die in de zomer van 1935 aan boord stapte van een KLM-vliegtuig. Ze was vrolijk en onverschrokken. Een heel ander type dan de introverte, enigszins stugge Trix Terwindt, die een jaar later bij KLM begon. Trix was naar eigen zeggen overal bang voor als kind. In een opwelling solliciteerde ze bij KLM.
Wat maakt dat iemand in de oorlog de verkeerde kant kiest? Net zoals bij Hannie Schaft werd bij Hilda thuis veel over politiek gepraat. Maar bij Hilda thuis kreeg de Nederlandse politiek de schuld van alle problemen. Haar vader had een sigarenwinkel in Bussum en kon zijn zaak sinds de crisis maar met moeite draaiende houden. In 1935 werd Hilda’s vader lid van de NSB, de enige partij die het volgens hem opnam voor de kleine middenstander. Al snel volgde Hilda het voorbeeld van haar vader, naar eigen zeggen uit ‘puur idealisme’. Ze kon zich enorm opwinden over sociale ongelijkheid en de NSB beloofde een samenleving zonder rangen en standen, waarbij de macht in handen was van de bekwaamsten, in plaats van ‘partijbonzen’. Tijdens de oorlog werd Hilda zelfs lid van de SS. Ze schreef een boek voor jongeren waarin ze propaganda maakte voor het nationaal socialisme. Hoewel ‘Jeugd in de branding’ volgens de NSB niet propagandistisch genoeg was, werd het boek een bestseller.
De stewardess die zogenaamd bang was voor alles, zou net als Hannie Schaft in het verzet gaan. Trix Terwindt raakte via andere KLM’ers betrokken bij dat verzet. Dankzij haar onopvallende uiterlijk slaagde ze erin een ondergedoken cadet van de Koninklijke Militaire Academie veilig naar Zwitserland te brengen. Van daaruit wist ze naar Engeland te komen. In Engeland benaderde de Britse geheime dienst haar met het verzoek om te helpen met het opzetten van vluchtroutes voor neergestorte piloten in Nederland en België. Ze accepteerde en werd op een maanloze nacht boven Nederland gedropt met een parachute. Zodra ze de grond raakte, werd ze opgepakt. Ze bleek verraden te zijn. Trix Terwindt was een van de 59 slachtoffers van het Englandspiel, een spionageschandaal dat tot op de dag van vandaag onopgelost is gebleven. Ze overleefde verschillende concentratiekampen, waaronder Mauthausen, en kwam na de oorlog enige tijd terug als stewardess bij KLM.
Toen ik de leeftijd had waarop Hannie Schaft en Trix hun heldendaden verrichtten, studeerde ik geschiedenis en journalistiek in Utrecht. Ik was me gaan interesseren voor de wereld om me heen en had bedacht dat ik journalist wilde worden. Toch was ik nog steeds veel met mezelf bezig. Mijn kleding voldeed inmiddels aan de laatste mode, maar er bleven genoeg zorgen over. Bijvoorbeeld hoe ik straks een leuke baan zou kunnen krijgen en wie van mijn knappe medestudenten de vader van mijn kinderen zou worden. Voor de Tweede Wereldoorlog had ik nog altijd geen bijzondere aandacht, al zou mijn masterthesis er uiteindelijk deels over gaan. En dat was tien jaar later niet veel anders. Het was helemaal niet mijn bedoeling om een boek te schrijven over de Tweede Wereldoorlog. Ik wilde een boek schrijven over de eerste stewardessen van KLM, omdat ik zelf ook een jaartje stewardess was geweest. Ik wilde schrijven over die spannende beginjaren van de luchtvaart, waarin stewardessen meer moesten kunnen dan lief lachen. Pas toen ik me verdiepte in die eerste stewardessen, stuitte ik per ongeluk op het verhaal van Trix en Hilda.
Was ik oppervlakkig? Was ik egocentrisch? Ja, dat ook. Maar hoewel ik lang niet altijd trots op mezelf ben geweest, geloof ik niet dat ik veel erger ben dan mijn tijdgenoten. Ik vrees dat het omgekeerde eerder het geval is. Ik ben hoger opgeleid dan de gemiddelde Nederlander en heb daardoor alle kans gekregen om in elk geval iets van historisch besef mee te krijgen. Niet alleen studeerde ik geschiedenis en journalistiek, ik zat ook op een ouderwets zelfstandig gymnasium met een buitenproportionele aandacht voor het verleden. Als ik al niet of nauwelijks aandacht had voor de Tweede Wereldoorlog, wie dan wel? Het is niet mijn bedoeling om u in de put te praten, maar ik denk wel dat we een probleem hebben. Het probleem is dat de Tweede Wereldoorlog voor mijn generatie en de generaties na mij niet meer dan een geschiedenisles is. Een dramatische geschiedenisles, dat wel. Maar u weet, en ik ook, dat de Tweede Wereldoorlog niet alleen over vroeger gaat. De dilemma’s uit de oorlog zien we elke dag opnieuw. Alleen in een andere vorm.
Op de middelbare school had ik een meisje in mijn klas, laten we haar Renske noemen. Ze had haar uiterlijk niet mee. Haar huid was grauw, ze was te dik en haar lange haren hingen sliertig op haar rug. Helaas had ze ook geen sprankelende persoonlijkheid om de aandacht mee af te leiden. Ze had geen vrienden en zat meestal stilletjes achter in de klas. Ik vond haar niet interessant en keek net zo min naar haar om. Op een dag bleef haar plek in de klas leeg. Ze bleek al heel lang ernstig ziek te zijn en kon eindelijk worden geopereerd. Plotseling sprak de hele klas vol lof over haar. Hoe moedig het was dat ze al die tijd naar school was blijven gaan en hoe zielig ze het vonden dat ze geopereerd moest worden. Toen ze twee maanden later terugkwam, verdrong iedereen zich om haar tafel. Ook ik ging beter naar haar kijken. En wat ik zag was een intelligent meisje, dat goed nadacht voordat ze iets zei en daardoor verrassend scherp uit de hoek kon komen. Ze werd een vriendin en schaamde me dat ik haar vroeger niet zag staan.
Hilda keek neer op de joodse meisjes in haar omgeving en kwam daar openlijk voor uit. Zo laat ze in haar boek iemand zeggen: ‘Ja, de vele joden die je hier ziet en die steevast de beste plaatsen innemen, vind ik bepaald onaangenaam.’ Ik wil niet zo ver gaan dat ik mijn klasgenoten en mezelf vergelijk met Hilda, maar door Renske heb ik geleerd hoe gemakkelijk vooroordelen ontstaan. En dat vooroordelen zeker niet voorbehouden zijn aan oorlogssituaties. Ook ik vormde mijn mening op basis van uiterlijke kenmerken, zonder de moeite te nemen de ander te leren kennen. Goed en fout zijn niet altijd even eenvoudig te bepalen. U herinnert zich ongetwijfeld dat de overheid in 1952 het herdenken van ‘de communiste Hannie Schaft’ verbood en dat de marechaussee de duizenden mensen die op weg gingen naar Hannie’s graf op de erebegraafplaats in Bloemendaal tegenhield met pantserwagens.
Ik neem het in mijn boek ‘Luchtmeisjes’ niet op voor Hilda, maar doe wel iets wat al heel ver gaat in de ogen van veel mensen die de oorlog hebben meegemaakt en waarschijnlijk ook in uw ogen: ik beschrijf haar leven op dezelfde neutrale manier als dat van Trix: nuchter en feitelijk. Ik laat de lezers bewust enige sympathie krijgen voor Hilda, zodat ze zich net als ik afvragen waarom juist Hilda de verkeerde keuze maakte. Ik heb lang nagedacht of ik dit verhaal wel zo mocht opschrijven. En als het leven van Trix anders was verlopen, had ik het waarschijnlijk niet gedurfd. Hoewel Trix zeker de eerste jaren na de oorlog een bekende verzetsvrouw was en werd overladen met eerbewijzen, wist bijna niemand iets van haar privéleven. Bijna niemand wist dat ze enkele jaren na de oorlog een relatie kreeg met de luchtvaartpionier John Scholte, die tijdens de oorlog een prominente NSB’er was. Over hun relatie zei ze ooit: ‘We waren allebei idealist, ieder aan onze kant.’
Het verhaal van Hilda Bongertman en Trix Terwindt is een verhaal over de Tweede Wereldoorlog, maar het is ook een verhaal over twee gewone vrouwen die onder extreme omstandigheden ongewone beslissingen nemen. Hun verhaal raakte mij, omdat ik zelfs na lang research doen niet goed begreep hoe deze twee vrouwen zulke totaal verschillende beslissingen konden nemen. Hun verhaal laat zien hoe complex mensen zijn, en hoe ingewikkeld het leven is. Maar kan een verhaal als dit de generatie na mij ook nog raken? En de generatie daarna, die nu nog in de luiers zit? Ik betwijfel het. Ik ben naast schrijver ook journalist en een bekende journalistieke wet is dat iets wat ver weg is, meestal minder interessant wordt gevonden. Hoe langer de Tweede Wereldoorlog geleden is, hoe minder de verhalen jongeren zullen aanspreken. Hoe veel nieuwe uitgaven van het ‘Dagboek van Anne Frank’ er ook worden gemaakt, jongeren lezen het uiteindelijk toch als iets van ver voor hun tijd. Ze vinden wat met haar gebeurde verschrikkelijk, maar denken dat het niets te maken heeft met de moderne wereld waarin zij leven.
Daarom denk ik dat het tijd is voor nieuwe verhalen. Verhalen die de dilemma’s van toen aansprekend maken voor de generatie van nu. En die verhalen hoeven wat mij betreft niet meer over de Tweede Wereldoorlog te gaan. Als jongeren de oorlog associëren met saaie geschiedenislessen, hoe onterecht dat ook is, moeten we de verhalen over de oorlog maar overlaten aan geschiedenisleraren en op zoek gaan naar verhalen die ze wel raken. Wie is de Anne Frank van deze generatie? Wie de Hannie Schaft? We schrijven de verhalen op, maken er films van of laten de jongeren een app downloaden. En als ze dan nog niet luisteren, vliegen we Justin Bieber in om erover te zingen. Alles om ze maar even uit hun kleine wereld te halen, waarin ze zelf het middelpunt zijn. Alles om ze laten denken: wow, nu je dat vertelt, begrijp ik wat je bedoelt. Als journalist en als schrijver zal ik er alles aan blijven doen om verhalen te vinden die mensen raken. En ik hoop dat u mij daarbij wilt helpen.
Dank u wel.
Met uw bijdrage kan de Stichting ook volgend jaar weer de Nationale Hannie Schaft Herdenking organiseren.